Behoud in situ - totaal
In de steekproefperiode 2007-2013 blijkt dat het aandeel behoud in situ in die jaren vrijwel gelijk bleef, op iets meer dan 30%%. Het aandeel archeologische begeleidingen steeg echter van 12,2% naar 32,2%.

In de steekproefperiode 2007-2013 blijkt dat het aandeel behoud in situ in die jaren vrijwel gelijk bleef, op iets meer dan 30%%. Het aandeel archeologische begeleidingen steeg echter van 12,2% naar 32,2%.
In 2015 hadden 3 provincies een provinciale archeologische onderzoeksagenda (Gelderland, Zeeland en Zuid-Holland), 3 regio’s een regionale onderzoeksagenda (West-Friesland in de provincie Noord-Holland, Walcheren in de provincie Zeeland en Heuvelland in de provincie Limburg) en 18 gemeenten een gemeentelijke onderzoeksagenda.
Vooral de kennis over de Romeinse tijd en het Neolithicum is van 2007-2014 toegenomen, en met name het thema 'economie, land- en watergebruik'. Voor de Romeinse tijd is ook vooral de kennis over de bewoning toegenomen.
In de jaren 2002-2014 nam het totaal aantal uitgegeven opgravingsvergunningen aan gemeenten af van 28 naar 25, maar meer gemeenten delen een vergunning. Het aantal onderzoeksmeldingen in historische stadskernen bleef stabiel rond ca. 250.
De beschikbare kennis met betrekking tot landschapsarcheologie is tussen 2009 en eind 2014 in het algemeen toegenomen. Landschappelijke verschillen tussen hoog en laag Nederland hebben effect op de beschikbare kennis: van laag-Nederland is de conservering in het algemeen goed, maar zijn de gegevens slecht toegankelijk, bij hoger gelegen delen is dit vaak andersom.
In de steekproefperiode 2007-2013 (810 behoudenswaardige vindplaatsen) realiseerden opdrachtgevers in de semi-publieke sector vaker behoud in situ (52,8%) dan specifiek publieke- of private opdrachtgevers (respectievelijk 29,5% en 32,1%) of publiek-private samenwerkingen (20%).
De meeste van de 810 als behoudenswaardig aangemerkte vindplaatsen uit de steekproefperiode 2007-2013 zijn nederzettingen (519). 120 hiervan zijn in situ bewaard (23,9%). Vindplaatsen uit de Middeleeuwen zijn het vaakst als behoudenswaardig aangemerkt (353 maal). Hoe jonger de vindplaats hoe vaker is gekozen voor behoud ex situ.
In de steekproefperiode 2007-2013 zijn in buitengebieden en zogenaamde ‘overgangszones’ de meeste behoudenswaardige vindplaatsen aangetroffen (respectievelijk 156 en 100 van de 810 in totaal). In natuurgebieden worden de behoudenswaardige vindplaatsen het vaakst in situ behouden (75%), in de bebouwde kom het minst vaak (20,6%).
In de steekproefperiode 2007-2013 lijkt de omvang van een plangebied enigszins van invloed te zijn op de keuze van de behoudsvorm. Woningbouw leidt in deze periode vaker dan gemiddeld tot behoud ex situ.
Smallepad 5
3811 MG Amersfoort
(033) 4217 421
routebeschrijving
Postadres
Postbus 1600
3800 BP Amersfoort
Voor inhoudelijke vragen
(033) 4217 456
info@cultureelerfgoed.nl