Wederopbouwwijken zijn met een rapportcijfer van 5,2 onder Nederlanders de minst populaire woonwijken. De jaren ’30 wijk scoort met een waardering van 6,9 het hoogst. Toch zou bijna de helft van de Nederlanders (7% zeker en 38% misschien) overwegen in een wederopbouwwijk te gaan wonen.
Bij 4 van de 8 onderzochte erfgoedverenigingen nam het ledenaantal in 2018 toe. Het aantal leden van Natuurmonumenten zag ten opzichte van 2017 de grootste toename met 6.910 leden.
De museumpopulatie in Nederland bestond eind 2018 uit 616 musea. Hiervan waren in totaal 468 geregistreerd, waarvan 27 BIS-instellingen.148 Musea waren (nog) niet geregistreerd. De meeste musea bevonden zich in Noord-Holland (116), Drenthe had met 20 musea het kleinste aantal.* Geschiedenismusea vormden de grootste groep (395), volkenkundige de kleinste (12).
Rijksmonumenten zijn in Nederland, met uitzondering van Flevoland, bijna overal tamelijk nabij te vinden. De dichtheid van gebouwde rijksmonumenten is het grootst in de grote steden, die van archeologische rijksmonumenten vooral in de oostelijke helft van het land.
Alleen in de provincies Noord-Holland en Drenthe zijn provinciale monumenten aangewezen. In Noord-Holland zijn dit er 504, waaronder ook 7 archeologische. De provincie Drenthe telt 307 gebouwde provinciale monumenten.
Eind 2018 bevond 23% (14.195) van de rijksmonumenten (61.908) zich in een krimp- of anticipeergebied. Van de 473 beschermde stads- en dorpsgezichten was dit 29% (138). In het krimpgebied ‘Maastricht-Mergelland’ zijn zowel de meeste rijksmonumenten (2.789) als beschermde gezichten (19) te vinden.
Het merendeel van de Nederlanders heeft interesse in één of meerdere categorieën van erfgoed, vooral in historische steden, dorpen en gebouwen (61% best wel of heel erg).
Een deel van de Nederlandse bevolking doet aan een of andere vorm van erfgoedbeoefening, waarbij onderzoek naar een historische persoon of gebeurtenis het meest populair is (20%). Het percentage Nederlanders dat aan een of andere vorm van erfgoedbeoefening doet is in bijna alle categorieën tussen 2012 en 2014 toegenomen.
Over het algemeen geldt hoe hoger de opleiding hoe vaker aan een vorm van erfgoedbeoefening wordt gedaan. Ook mensen met een inkomen van 1,5 keer modaal en hoger zijn over het algemeen actiever bezig met erfgoedbeoefening dan mensen met een lager inkomen. Inkomens van 1 tot 1,5 keer modaal doen het minste aan erfgoedbeoefening.
