Funding - Nationaal Aankoopfonds
Er is tussen 1999 en 2017 in totaal 25 keer een beroep gedaan op het Nationaal Aankoopfonds. Het aantal aankopen per jaar varieerde hierbij van 1 tot 6. Ook het totale aankoopbedrag per jaar varieerde sterk, van € 100.000 in 2010 tot € 30 miljoen in 2015.
Bovenstaande diagrammen geven het aantal aankopen, het totale aankoopbedrag en het totale saldo van het Nationaal Aankoopfonds van 1999 tot en met 2017 per jaar weer.
Meeste aankopen in 2005 en 2006
Tussen 1999 en 2017 werd in wisselende mate een beroep gedaan op het Nationaal Aankoopfonds. In sommige jaren werd niks aangekocht, in andere jaren werden wel 5 (2001) of 6 (2005) aankopen gedaan met middelen uit het fonds. De financiële bijdrage per aankoop bedroeg vaak enkele tonnen, soms ook miljoenen.
De aankopen waren divers van aard. Zo werd in 2001 de aankoop van schilderijen van Jacob Jordeans en Jan Brueghel de Oude voor het Rijksmuseum ondersteund en die van een Claude Monet voor het Van Gogh Museum, in 2005 VOC-kaarten voor het Maritiem Museum Rotterdam, historische vuurwapens voor het Legermuseum en boeken uit de collectie Bibliotheca Philosophica Hermetica voor de Koninklijke Bibliotheek. In 2015 werd met € 30 miljoen de aankoop ondersteund van twee portretten van Marten Soolmans en Oopjen Coppit geschilderd door Rembrandt voor het Rijksmuseum te Amsterdam.
Reserve tot 2015 redelijk stabiel
De reserve ten behoeve van het Nationaal Aankoopfonds was tussen 1999 en 2011 relatief stabiel; rond de € 50 miljoen. Fluctuaties in het saldo in die periode waren het gevolg van aankopen, stortingen en rentevergoedingen. In 2012 werd een bezuiniging doorgevoerd van € 19 miljoen op het cultuurbudget, hetgeen zichtbaar is in de grafiek. In 2015 ligt het saldo een stuk lager vanwege de uitgave van € 30 miljoen voor de aankoop van de portretten van Marten en Oopjen door Rembrandt. In 2016 en 2017 werd er geen beroep gedaan op het Nationaal Aankoopfonds en nam het saldo licht toe door rente-inkomsten.
Het Nationaal Aankoopfonds
Het budget van het Nationaal Aankoopfonds kan gebruikt worden voor museumaankopen van nationaal belang en voor het dekken van schade aan, of verlies van bruiklenen die onder de Indemniteitsregeling vallen. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan door een museum een beroep worden gedaan op het Nationaal Aankoopfonds. Het aankoopfonds wordt in principe per jaar slechts voor een beperkt bedrag uitgeput omdat er te allen tijde voldoende reserves beschikbaar moeten zijn om in voorkomende gevallen indemniteitrisico’s te dekken (zie onderwerp Indemniteit) en spoedaankopen voor musea mogelijk te maken. Door rente-inkomsten worden de uitgaven weer deels aangevuld. Het Nationaal Aankoopfonds is in 2015 door de aankoopondersteuning van het Rijksmuseum zodanig uitgeput dat het in 2016 feitelijk is gesloten voor ondersteuning van nieuwe museale aankopen. Wat betreft werken die binnen de Wet tot Behoud van Cultuurbezit (WBC) vallen zal de financiering per geval worden bezien.
Ministerie van OCW/Directie Erfgoed en Kunsten
31 december 2017
Meetfrequentie: jaarlijks
De cijfers zijn geverifieerd en afkomstig van Ministerie van OCW/Directie Erfgoed en Kunsten. Het aankoopbedrag betreft het totaal van het aantal aankopen per jaar.