Kenniswinst archeologie - steden
In de jaren 2002-2014 nam het totaal aantal uitgegeven opgravingsvergunningen aan gemeenten af van 28 naar 25, maar meer gemeenten delen een vergunning. Het aantal onderzoeksmeldingen in historische stadskernen bleef stabiel rond ca. 250.
Op bovenstaande kaarten van Nederland zijn de opgravingsvergunningen per gemeente in kaart gebracht evenals het aantal onderzoeksmeldingen in historische stadskernen, stand eind 2014.
Steden hebben in de kennisverwerving een bijzondere positie omdat ze dicht bebouwd zijn, er veel ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden en ze vaak een rijk bodemarchief hebben.
Om een beeld te krijgen van archeologisch onderzoek en bijbehorende kennisverwerving dat plaatsvindt in steden is gekeken naar het aantal opgravingsvergunningen bij gemeenten en het aantal archeologische ingrepen in historische stadskernen.
Minder opgravingsvergunningen gemeenten, meer regelingen en vergunningen
Het totaal aantal uitgegeven opgravingsvergunningen aan gemeenten is in de loop van de tijd licht afgenomen, van 28 in 2002 naar 26 in 2008 en 25 in 2014. Almere en de regio Walcheren hebben in die periode een vergunning gekregen en Gouda, Haarlem en Vlaardingen hebben geen vergunning meer. In 2014 zijn er wel meer gedeelde vergunningen en gemeenschappelijke regelingen bij gekomen. Zo hebben Eindhoven en Helmond, Zutphen en Doesburg en Veere, Vlissingen en Middelburg een gedeelde vergunning en zijn er zes gemeenschappelijke regelingen. In feite betekent dit in totaal toch een toename van het aantal gemeenten waar een openbaar lichaam een opgravingsbevoegdheid heeft.
Jaarlijks ca. 250 onderzoeksmeldingen in historische stadskernen
Het totaal aantal onderzoeksmeldingen in historische stadskernen is relatief stabiel, rond de 250 per jaar. Het aantal onderzoeksmeldingen per km2 historische stad varieert door heel Nederland; een hoog of juist laag aantal meldingen is niet gebonden aan een bepaalde regio of provincie. Er is ook geen relatie tussen historische steden met een eigen archeologische dienst (en dus gemeentelijke opgravingsvergunning) en het aantal onderzoeksmeldingen per km2; ook in historische steden zonder archeologische dienst, zoals IJsselstein en Bredevoort, zijn relatief veel onderzoeksmeldingen gedaan.
Er zijn slechts enkele historische steden waar in de periode 2002-2014 helemaal geen onderzoeksmeldingen zijn gedaan. Dit zijn:
- Berlikum
- Buren
- Haastrecht
- Hardenberg
- Hattem
- Hem
- IJzendijke
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) - ARCHIS en GIS-database met historische stadsgrenzen uit 1700.
31 December 2014
Meetfrequentie: 5-jaarlijks
Gemeenten met opgravingsvergunning: het overzicht van opgravingsvergunningen in 2014 aangevuld met data uit 2002 en 2008 afkomstig uit de uit de Erfgoedbalans 2009 (Boer, M. de, 2009: Erfgoedbalans 2009. Archeologie, monumenten en cultuurlandschap in Nederland, Amersfoort).
Aantal archeologische ingrepen in historische stadskernen: de onderzoeksmeldingen zijn afkomstig uit Archis (databestand van 23 december 2014). De gegevens zijn verzameld voor de periode na 2007, omdat vanaf dan het doen van onderzoeksmeldingen wettelijk verplicht werd. De coördinaten van de onderzoeksmeldingen zijn geplot in het GIS-bestand met historische stadsgrenzen uit 1700. Alles wat binnen de grenzen van de historische steden uit 1700 valt is meegenomen in het overzicht. Onderzoeksmeldingen die overlappen met de grenzen van historische steden zijn dus niet meegenomen.
Om de aantallen onderzoeksmeldingen onderling vergelijkbaar te maken is dit aantal gedeeld door het oppervlak van de betreffende historische stadskern in km2. De begrenzing van de historische stad was niet voor alle historische steden bekend. Het aantal onderzoeksmeldingen per km2 kon daarom niet bepaald worden voor:
- Barsingerhorn
- Borculo
- Diepenheim
- Eemnes-binnendijks
- Eemnes-buitendijks
- Gendt
- Hem
- Hoogwoud
- Langedijk
- Niedorp
- Obdam-Hensbroek
- Rijssen
- Schagen
- Schellinkhout
- Spanbroek
- 't Gein
- Winkel
Ondanks de wettelijke verplichting zijn de onderzoeksmeldingen niet in alle gevallen een goede representatie van het onderzoek dat daadwerkelijk plaats heeft gevonden. Het komt bijvoorbeeld voor dat er één onderzoeksmelding is gedaan waar meerdere ingrepen onder vallen maar ook dat er verschillende onderzoeksmeldingen worden gedaan voor één onderzoekstraject. Daarnaast is er niet altijd sprake van een adequate handhaving op het daadwerkelijk invoeren van onderzoeksmeldingen.
De historische stadsgrenzen uit 1700 komen uit een GIS database bestand dat tot stand gekomen is op basis van verschillende bronnen:
Gebruikte cartografische bronnen, zoals vermeld in veld Geometr_Bron |
|||
dBase content |
kaarttitel |
jaar van uitgave |
cartograaf / uitgave |
Bernard de Roy |
de Nieuwe Caerte van Utrecht |
1696 |
Bernard de Roy |
Bodemkaart van Nederland |
de digitale Bodemkaart 1:50000 van Nederland |
1970 |
Alterra |
Braun en Hogenberg |
Civitates Orbis Terrarum |
1572 |
Georg Braun en Frans Hogenberg |
Haackma en Gravius |
de Friese Steden |
1650-1670 |
Sjoerd A. Haackma en Sytse Gravius |
Heyman van Dyck |
het Kaartboek van Voorne |
1695 |
Heyman van Dyck |
Jacob van Deventer |
de Steden van de Nederlanden |
ca. 1575 |
Jacob van Deventer |
Joan Blaeu |
Toonneel der Steeden |
1652 |
Joan Blaeu |
Kadaster |
Kadastrale minuutplans |
1832 |
Kadaster / Meetkundige Dienst |
TMK 1850 |
Topografisch Militaire Kaart van het Koninkrijk der Nederlanden |
1850 |
Topografisch Bureau van het Ministerie van Oorlog |
Veldminuut TMK |
veldminuten van de TMK 1850 |
1830-1845 |
Topografisch Bureau van het Ministerie van Oorlog |