Kenniswinst archeologie - per thema, gebied en periode
Vooral de kennis over de Romeinse tijd en het Neolithicum is van 2007-2014 toegenomen, en met name het thema 'economie, land- en watergebruik'. Voor de Romeinse tijd is ook vooral de kennis over de bewoning toegenomen.
In bovenstaande blokkenschema's wordt de archeologische kenniswinst in Nederland in de jaren 2007-2014 weergegeven per periode en archeoregio, per thema en archeoregio en per periode en thema.
In de periode 2007-2014 is vooral de kennis over de Romeinse tijd en Neolithicum toegenomen. Voor de Romeinse tijd betreft dit vooral het Hollands veengebied en het Utrechts-Gelders rivierengebied, voor het Neolithicum het Flevolands kleigebied, het Hollands veengebied en nationaal. Voor zowel de Romeinse tijd als het Neolithicum is veel kenniswinst geboekt op het thema 'economie, land en watergebruik'. Voor de Romeinse tijd is ook een grote hoeveelheid kennis gewonnen over 'bewoning'.
Toename kennis over regio's
Van alle regio's nam vooral de kennis over het Overijssels-Gelders zandgebied toe. Deze kennis is vrij diachroon van de IJzertijd tot de Late Middeleeuwen en focust zich voornamelijk op het thema 'bewoning'. Ook in het Utrechts-Gelders rivierengebied nam de kennis toe, ook met name over het thema 'bewoning'. Ook op het thema 'economie, land- en watergebruik' in het Utrechts-Gelders rivieren gebied en het Hollands veengebied nam de kennis toe.
Ontwikkeling 2007-2014 ten opzichte van 1997-2006
De Romeinse tijd is een onderwerp waar veel onderzoek naar gedaan wordt en waar dus veel kenniswinst behaald wordt. Er is wel een verschuiving zichtbaar van een focus op het Brabants-Limburgs zandgebied naar het Hollands veengebied en het Utrechts-Gelders rivierengebied. Bewoning was al eerder een belangrijk thema voor de Romeinse tijd, maar waar in de periode 1997-2006 de nadruk ook lag op langetermijnperspectief ligt die in de periode 2007-2014 meer op economie, land en watergebruik.
In absolute zin is de gemiddelde kenniswinst per jaar in de periode tot 2007 groter dan die in de periode daarna. Dit is te zien aan de grotere hoeveelheid gekleurde vakjes en het grotere aantal vakjes met een donkerder kleur. Dit komt deels doordat in 2009 ook 15 dissertaties fysische geografie zijn meegenomen.
Kijken we naar de onderwerpen waar in de periode 2007-2014 meer kenniswinst is geboekt dan in de voorgaande periode dan betreft dit:
• het Overijssels-Gelders zandgebied voor wat betreft de perioden IJzertijd en Vroege en Late Middeleeuwen,
• het thema economie, land- en watergebruik in de regio's Flevolands kleigebied en Hollands veengebied,
• en het Neolithicum voor wat betreft de thema's gemeenschap/samenleving en materiële cultuur.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), Inventarisatie kenniskaartproject ‘Oogst voor Malta’
Augustus 2014, meetperiode 2007-2014
Meetfrequentie: 5-jaarlijks
Voor de Erfgoedbalans van 2009 is onderzoek gedaan naar de kenniswinst uit syntheses in de periode 1997-2006, waarbij tevens is gekeken naar thema, periode en archeoregio. In tegenstelling tot het huidige onderzoek zijn in 2009 ook fysisch geografische publicaties meegenomen. Dit is het duidelijkst te zien aan de grote kenniswinst in die periode op het thema paleogeografie.
Om inzicht te krijgen op welke thema’s en in welke archeoregio’s de afgelopen jaren kenniswinst is gegeneerd, is een inventarisatie uitgevoerd. Daarvoor is een database opgezet in het kader van het kenniskaartproject ‘Oogst voor Malta’. Deze is gevuld met synthetiserende werken, als proefschriften, boeken en artikelen uit de periode 2000-2014. Daarbij is voortgebouwd op de inventarisatie zoals die voor de Erfgoedbalans (Boer, M. de, 2009: Erfgoedbalans 2009. Archeologie, monumenten en cultuurlandschap in Nederland, Amersfoort) en Vragen over Malta (RAM 196) (R.C.G.M. Lauwerier, T. de Groot, B.J.H. van Os and L. Theunissen (eds.), Vragen over Malta. Amersfoort: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 2011) is uitgevoerd. Tijdens deze zoektocht zijn verschillende bronnen geraadpleegd, zoals de websites van universiteiten (o.a. de jaarverslagen), van NWO en een uitgebreide serie tijdschriften ((zie Theunissen & Feiken 2014, 2-3). Daarnaast zijn collega’s van de afdeling archeologie bevraagd, als ook een paar externe deskundigen op het gebied van de late middeleeuwen.
Het uitgangspunt bij de inventarisatie was dat de publicaties een duidelijk synthetiserend karakter moesten hebben over een archeologisch relevant onderwerp; dat wil zeggen dat het onderwerp gericht moet zijn op de reconstructie van het leven in het verleden. Duidelijk moet zijn dat de publicatie nieuwe kennis (nieuwe inzichten) biedt voor een bepaalde regio (nationaal kan ook) en voor een bepaalde periode (die lang kan zijn). Studies over methodiek, fysische geografie, geschiedenis van de archeologie of andere onderwerpen die een raakvlak met archeologie hebben, zijn niet opgenomen.
Onder publicaties met een synthetiserend karakter wordt verstaan dat de inhoud van de publicatie site-overstijgend is en dat het gevondene in een bredere context wordt geplaatst. Voor proefschriften en peer-reviewed artikelen stond het synthetiserend karakter niet ter discussie. Boeken zijn opgenomen, als deze een nationaal of thematisch overzicht bieden, of het karakter van een regionale synthese hebben.
De gepresenteerde overzichten geven een overzicht van de kenniswinst in de periode 2007 tot en met (augustus) 2014, een periode van bijna acht jaar. De gegevens sluiten daarmee aan op de overzichten uit de uit de Erfgoedbalans 2009. Achter de gekleurde vakjes zitten aantallen synthetiserende werken over het betreffende thema, gebied en de periode. Een publicatie kan meerdere keren voorkomen in de tabel omdat er meerdere periode, thema's of regio's in besproken kunnen worden. De aantallen zijn steeds in zes klassen verdeeld. De klassegrootte verschilt per tabel en is bepaald aan de hand van het aantal combinaties dat gemaakt kon worden tussen periode-thema, thema-regio en regio-periode. De periode en thema aanduiding in de Erfgoedbalans 2009 zijn iets afwijkend.
Leessleutels:
Kennisthema’s Erfgoedbalans 2009 |
vs. |
Kennisthema’s Kenniswinst 2014 |
Paleogeografie |
= |
Ontstaan en ontwikkeling van het cultuurlandschap |
Nederzettingen |
= |
Bewoning |
Grafvelden |
= |
Begraving |
Economie en landgebruik |
= |
Economie, land- en watergebruik |
Locatiekeuze |
= |
Locatiekeuze |
Sociaal-politieke organisatie |
= |
Gemeenschap/samenleving |
Religie en cultus |
= |
Rituele praktijken |
Processen |
= |
Langetermijnperspectief |
Materiële cultuur |
= |
Materiele cultuur |
- |
|
Krijgsgeschiedenis |
Archeologische perioden Kenniswinst 2014 |
Sleutel |
Paleolithicum |
I, deels II |
Mesolithicum |
Deels II, deels III |
Neolithicum |
Deels III, deels IV |
Bronstijd |
Deels IV, deels V |
IJzertijd |
Deels V, deels VI |
Romeinse tijd |
Deels VI, VII, VIII |
Vroege Middeleeuwen |
IX |
Late Middeleeuwen |
X |
Nieuwe tijd |
XI |
XXX (onbekend) |
? |