Kenniswinst landschapsarcheologie - per thema en regio
De beschikbare kennis met betrekking tot landschapsarcheologie is tussen 2009 en eind 2014 in het algemeen toegenomen. Landschappelijke verschillen tussen hoog en laag Nederland hebben effect op de beschikbare kennis: van laag-Nederland is de conservering in het algemeen goed, maar zijn de gegevens slecht toegankelijk, bij hoger gelegen delen is dit vaak andersom.
Bovenstaand blokkenschema geeft een overzicht van de kennis en kennislacunes binnen de landschapsarcheologie in Nederland in 2009 en in 2014. De kennisvelden zijn onderverdeeld in 3 gebieden: hoog Nederland, rivierengebied en laag Nederland.
Kennis in het algemeen toegenomen
Hoewel de beschikbare kennis over landschapsarcheologie sinds 2009 is toegenomen, laat deze zich alleen nog maar globaal per thema groeperen. De stand van kennis binnen Nederland verschilt sterk en dat geldt ook voor de aard van de beschikbare informatie. Deels heeft dat te maken met een verschil in conservering van bronnen van informatie. In het natte Laag Nederland en in het rivierengebied zijn die beter geconserveerd dan in het droge binnenland. Waterbeheer is iets dat tot dusver vooral in Laag Nederland is onderzocht.
Landschap beïnvloedt kennis
De landschappelijke verschillen tussen hoog en laag Nederland hebben effect op de stand van kennis. Laag (en nat) Nederland en het rivierengebied kenmerken zich door veel dynamiek en een stapeling van landschappen. De conservering is vaak goed, maar gegevens zijn slecht toegankelijk. Hoog (en droog) Nederland is veel minder veranderlijk en kent die gelaagdheid niet. Al millennia lang ligt het zelfde fysisch geografische landschap aan de oppervlakte. Dit gebied laat zich daardoor weliswaar gemakkelijker onderzoeken, maar het beeld wordt vertroebeld door de vele opeenvolgende vormen van landgebruik en – door de drogere omstandigheden – een slechtere conservering van sommige informatiebronnen.
Expert-meetings Rijksuniversiteit Groningen (RUG), Universiteit Leiden (UL) en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE);
Erfgoedbalans 2009
December 2014
Meetfrequentie: 4-jaarlijks
De ontwikkeling van de stand van kennis is zowel in 2009 als in 2014 tot stand gekomen op basis van expert-judgement
Afzonderlijk voor Laag Nederland (het laag gelegen kustgebied), Hoog Nederland (het hoger gelegen binnenland) en het Rivierengebied is de winst aan kennis in grote lijnen per kennisthema beoordeeld. Dat is gedaan door prof. dr. Theo. Spek (RUG), prof. dr. Jan Kolen (UL) en dr. Bert Groenewoudt (RCE).