Leegstand monumentale woningen - aantal en duur leegstand
Van de totale woningvoorraad in Nederland stond medio 2013 2,7% van alle beschikbare woningen leeg, voor monumentale woningen was dit percentage 5,4%. 69,8% hiervan stond langer dan 1,5 jaar leeg.
In bovenstaande diagrammen wordt de leegstand binnen de totale woningvoorraad en binnen de monumentale woonhuizen in Nederland medio 2013 weergegeven, evenals de gemiddelde duur van de leegstand, de leegstand binnen de COROP-gebieden en die binnen de krimp- en anticipeergebieden.
Om de leegstand te bepalen, is gekeken naar adressen met een woonfunctie waar niemand staat ingeschreven als bewoner en waar evenmin sprake is van een ander gebruik, zoals gebruik als vakantiewoning of kantoor.
Leegstand monumentale woningen hoger en langer
Monumentale woningen stonden medio 2013 bijna twee keer zo vaak leeg als gemiddeld. Van de totale woningvoorraad stond op dat moment in Nederland 2,7% van de woningen leeg. Voor monumentale woningen was dit percentage 5,4%. Van deze monumentale woningen staat bovendien bijna driekwart langer dan 1,5 jaar leeg. Ook dat is ver boven het landelijk gemiddelde. Van de leegstaande monumentale woningen staat 70% langer dan 1,5 jaar leeg. Voor de totale woningvoorraad is dat minder, slechts 50%.
Leegstand in COROP-gebieden
De leegstand onder monumentale woningen is in de COROP-gebieden Oost-Zuid-Holland (2,3%) en Zuidwest-Friesland (2,9%) relatief laag en in de COROP-gebieden IJmond (14,9%), Noord-Limburg (13,2%) en Zeeuws Vlaanderen (11,2%) relatief hoog. Een kanttekening hierbij is dat het in absolute aantallen in de COROP-gebieden om kleine aantallen woningen gaat. Zo staan in IJmond 27 van de 181 monumentale woningen leeg. In absolute aantallen zijn wat leegstand van monumentale woningen betreft de COROP-gebieden Groot-Amsterdam (379), Zuid-Limburg (282) en Groot-Rijnmond (260) koploper. Maar in deze drie gebieden staan, samen met Utrecht, ook de meeste rijksmonumenten.
Leegstand in krimp- en anticipeergebieden
De leegstand in krimp- en anticipeergebieden ligt met 5,9% iets hoger dan de gemiddelde leegstand van monumentale woningen (5,4%). Daarbuiten ligt het percentage iets lager, namelijk 5,2%. Bij de totale woningvoorraad is in de krimpgebieden met 3,0% de leegstand eveneens hoger dan gemiddeld (2,7%). De anticipeergebieden doen het iets beter met 2,4%. In de overige gebieden is de leegstand 2,8%.
Rapport Leegstand in Nederland anno 2013; van krimpgebied tot dichtbevolkte Randstad (CBS; 2014)
Rapport Leegstaande woningen wel of niet beschikbaar voor de woningmarkt; een inventarisatie van het energieverbruik, nevenfuncties en sloopvergunningen (CBS; 2015)
Resultaten onderzoek leegstand monumentale woningen
1 juli 2013
Meetfrequentie: 3-jaarlijks
Onderzoeksmethode:
Om de leegstand te bepalen, is gekeken naar adressen met een woonfunctie waar niemand staat ingeschreven als bewoner en waar evenmin sprake is van een ander gebruik, zoals bijvoorbeeld gebruik als vakantiewoning of kantoor.
Om de mate van leegstand te bepalen is een selectie gemaakt van alle adressen in Nederland waar volgens de Basisadministratie Gebouwen en Adressen sprake is van een woonfunctie. Indien op deze adressen volgens de Gemeentelijke Basisadministratie niemand staat ingeschreven als bewoner is er sprake van ‘administratieve’ leegstand. Voor deze leegstaande woningen is onderzocht of er redenen zijn om te twijfelen aan de beschikbaarheid voor de woningmarkt. De volgende redenen zijn hierbij meegenomen:
- Het energieverbruik van de woning komt boven een bepaalde drempelwaarde uit;
- Volgens de WOZ-registratie is de woning niet in gebruik als woning;
- De woning heeft naast een woonfunctie ook een logiesfunctie;
- De woning heeft naast een woonfunctie ook een winkelfunctie;
- De woning ligt boven een winkel;
- Het betreft een tweede woning die niet te koop staat;
- Er is een sloopvergunning verleend voor de woning.
Door de administratieve leegstand te corrigeren voor deze factoren, kan worden bepaald hoeveel leegstaande woningen er beschikbaar zijn voor de woningmarkt en dus echt leegstaan.
Duur leegstand:
Voor het bepalen van de duur van de leegstand is op de vier peilmomenten gekeken of er iemand stond ingeschreven op het bewuste adres. Deze peildata waren; 1 januari 2012, 1 juli 2012, 1 januari 2013 en 1 juli 2013.
Krimp- en anticipeergebieden:
Voor alle objecten in het onderzoeksbestand is bepaald of zij behoren tot een krimp- of anticipeergebied. Voor dit kenmerk heeft de RCE informatie aangeleverd. De krimp- en anticipeergebieden zijn op gemeenteniveau bepaald. De afbakening is te vinden in bijlage 1 van de tabellenset van het CBS.
Lees hier meer over het onderwerp Leegstand monumentale woningen