Museumbezoek - naar leeftijd
Meer dan de helft van allle 33,6 miljoen museumbezoekers in 2018 was tussen de 18 en 65 jaar. De 3-jaars trend voor deze groep laat echter een overwegend dalende lijn zien, terwijl die voor de groep bezoekers van 65 jaar en ouder voor alle museumcategorieën stijgt. Met name de Volkenkundige musea zagen een grote stijging in bezoek van deze groep (+737%).
In bovenstaande staafgrafieken is het museumbezoek naar leeftijdsgroep weergegeven en naar leeftijdsgroep en categorie museum eind 2018.
Vooral 19 t/m 64 jarigen bezoeken een museum
Van de ruim 33,6 miljoen museumbezoekers in 2018 was meer dan de helft (54%) tussen de 18 en 65 jaar, een kwart (25,3%) van de bezoekers was ouder dan 65 en bijna 20% was jonger dan 19 jaar. Opvallend bij de jongeren die een museum bezochten in 2018 is dat het aandeel 0-12-jarigen hoger was (11,7%) dan dat van de jongeren van 13-19 jaar (8,6%).
Ouderen steeds vaker naar musea
Opvallend is de stijgende trend van het museumbezoek in de leeftijdsgroep van 65+. De 3-jaars trend van deze groep is voor een bezoek aan alle museumcategorieëen duidelijk stijgend (+44% gemiddeld), met een grote uitschieter in het laatste jaar voor bezoeken aan musea in de categorie 'Volkenkunde' (+737%). De leeftijdsgroep van 18-65 jaar zag over de laatste 3 jaar een gemiddelde daling in het totaal aantal bezoeken van 9,3% in alle categorie"en, behalve aan musea van 'Bedrijf, wetenschap en techniek'. Aan deze musea steeg het bezoek in deze leeftijdscategorie met 18,4%.
Jongeren laatste jaren vaker naar Geschiedenismusea
Hoewel voor de jongeren onder de 19 jaar het aantal museumbezoeken over de laatste 3 jaar redelijk gelijk is gebleven, valt op dat zowel voor de groep tot en met 12 jaar, als voor de 13 tot en met 18 jarigen een stijgende trend zichtbaar is in het aantal; bezoeken aan musea in de categorie 'Geschiedenis' (+28,6% voor de leeftijdscategorie t/m 12 jaar en +53% voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar).
Museumstatistiek 2009-2018, Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Museumvereniging (MV) en Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE)
31 december 2018
Meetfrequentie: jaarlijks
Bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op de enquête Museumstatistiek die het CBS heeft gehouden onder de totale museumpopulatie in Nederland in 2009, 2011, 2013, 2015-2018. Vanaf 2015 vindt deze enquête jaarlijks plaats in samenwerking met de Museumvereniging (MV) en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Deze samenwerking heeft geleid tot het herzien van de museumpopulatie, die op basis van gezamenlijk vastgestelde criteria tot stand is gekomen.
In de bovenstaande cijfers zijn de musea onder andere opgedeeld in Basisinfrastructuur (BIS) musea, overig geregistreerde (niet-BIS) musea en ongeregistreerde musea. Deze populatie is gezamenlijk vastgesteld door de RCE, MV en het CBS. In 2018 waren er 27 BIS musea die subsidie ontvingen vanuit het rijk. Daarnaast waren er in 2018 441 geregistreerde musea die stonden ingeschreven bij de stichting Museumregister Nederland. Ook zijn er in 2018 148 ongeregistreerde musea opgenomen in de museumpopulatie van de RCE, omdat deze weliswaar (nog) niet in het Museumregister staan ingeschreven, maar naar onze mening wel voldoen aan bepaalde criteria. Het gaat hier vaak om kleine en/of particuliere musea.
De musea zijn ook opgedeeld in 6 museumcategorieën. In 2018 waren er naar eigen opgave van de 616 musea 117 gewijd aan kunst, 395 aan geschiedenis, 26 aan natuurhistorie, 12 aan volkenkunde en 59 aan bedrijf, wetenschap en techniek. 7 musea schaarden zich in de categorie overig. Sinds de meting van 2017 hebben musea zelf kunnen aangeven tot welke museumcategorie zij behoren. In voorgaande jaren is deze indeling door de RCE uitgevoerd. In enkele gevallen komt het dus voor dat musea in een andere museumcategorie zijn ingedeeld dan in voorgaande jaren. Ook nieuw in 2017 was de mogelijkheid dat musea konden aangeven niet tot een van de vijf vooraf gedefinieerde categorieën te behoren.
De cijfers van de musea in Flevoland zijn opgeteld bij die van de provincie Utrecht. Vanwege het lage aantal musea in de provincie Flevoland zouden deze te herleiden kunnen zijn tot individueel museumniveau.
Bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op de antwoorden van de responderende musea uit de door de RCE, MV en CBS gezamenlijk vastgestelde museumpopulatie. Download hier de de cijfers van het aantal responderende musea per provincie, museumcategorie en museumstatus over de jaren 2009, 2011, 2013, 2015-2018 en hier de lijst van alle musea in de populatie en de gebruikte labels.
De gegevens zijn gebaseerd op voorlopige cijfers. De voorlopige cijfers voor de totale populatie van 2018 zijn terug te vinden in de databank. De definitieve cijfers zijn te raadplegen op Statline van het CBS.
Lees hier meer over de museumpopulatie en de criteria en hier meer over het onderwerp Museumbezoek. U vindt hier de lijst van musea in de populatie en de gebruikte labels.