Museumbezoek - trend 2016-2018
Over de afgelopen 3 jaar vertoont het aantal museumbezoeken een stijgende lijn (+4,5% t.o.v. 2016). Het aandeel bezoeken uit het buitenland steeg meer (+12%) dan dat uit het binnenland (+1,4%) t.o.v.2016. Natuurhistorische musea zagen een daling in bezoekaantallen van 21,6% ten opzichte van 2016.
Bovenstaande grafieken geven de trend in het museumbezoek weer voor de periode 2016-2018 voor het totaal van de musea in Nederland en per provincie, naar herkomst van de bezoeker, per museumcategorie en per museumstatus.
Aandeel museumbezoek uit buitenland stijgt
In de periode 2016-2018 nam het totale museumbezoek in Nederland met 4,5% toe. Het percentage bezoeken uit eigen land steeg in die periode met 1,4%, die uit het buitenland nam toe met 12%.
In 2018 zagen 7 provincies hun bezoekersaantallen stijgen ten opzichte van 2016. Vooral Friesland zag een sterke stijging (52,3%). Ten opzichte van 2016 daalde in 4 provincies het aantal bezoekers: dit was met name in Groningen (-11,9%), gevolgd door Noord-Btrabant (-6,1%), Overijssel (-4,5%) en Zuid-Holland (-0,6%).
Buitenlandse bezoeken stijgen in 7 provincies
Ook het aantal buitenlandse bezoeken nam in de periode 2016-2018 in 7 provincies toe, met name in Utrecht en Flevoland (+167%) en in Friesland (+96%).
Bedrijfsmusea musea zien grote groei
Het aantal bezoeken aan vooral musea van Bedrijf, wetenschap en techniek steeg in de periode 2016-2018, +15,3%. Het aantal bezoeken aan de natuurhistorische musea daalde in 2018 ten opzichte van 2016 het meest (-21,6%).
Bezoek aan niet-geregistreerde musea stijgt het meest
Alle musea zagen sinds 2016 een lichte stijging in hun bezoekersaantallen (4,4% totaal). De niet-geregistreerde musea zagen hun bezoekersaantallen het meest stijgen, met 16,3%, maar ook de bezoekersaantallen van de overig-geregistreerde musea en de BIS-musea stegen, respectievelijk met 4,6% en 1,0%.
Museumstatistiek 2009-2018, Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Museumvereniging (MV) en Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE)
31 december 2018
meetfrequentie: jaarlijks
Bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op de enquête Museumstatistiek die het CBS heeft gehouden onder de totale museumpopulatie in Nederland in 2009, 2011, 2013, 2015-2018. Vanaf 2015 vindt deze enquête jaarlijks plaats in samenwerking met de Museumvereniging (MV) en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Deze samenwerking heeft geleid tot het herzien van de museumpopulatie, die op basis van gezamenlijk vastgestelde criteria tot stand is gekomen.
In de bovenstaande cijfers zijn de musea onder andere opgedeeld in Basisinfrastructuur (BIS) musea, overig geregistreerde (niet-BIS) musea en ongeregistreerde musea. Deze populatie is gezamenlijk vastgesteld door de RCE, MV en het CBS. In 2018 waren er 27 BIS musea die subsidie ontvingen vanuit het rijk. Daarnaast waren er in 2018 441 geregistreerde musea die stonden ingeschreven bij de stichting Museumregister Nederland. Ook zijn er in 2018 148 ongeregistreerde musea opgenomen in de museumpopulatie van de RCE, omdat deze weliswaar (nog) niet in het Museumregister staan ingeschreven, maar naar onze mening wel voldoen aan bepaalde criteria. Het gaat hier vaak om kleine en/of particuliere musea.
De musea zijn ook opgedeeld in 6 museumcategorieën. In 2018 waren er naar eigen opgave van de 616 musea 117 gewijd aan kunst, 395 aan geschiedenis, 26 aan natuurhistorie, 12 aan volkenkunde en 59 aan bedrijf, wetenschap en techniek. 7 musea schaarden zich in de categorie overig. Sinds de meting van 2017 hebben musea zelf kunnen aangeven tot welke museumcategorie zij behoren. In voorgaande jaren is deze indeling door de RCE uitgevoerd. In enkele gevallen komt het dus voor dat musea in een andere museumcategorie zijn ingedeeld dan in voorgaande jaren. Ook nieuw in 2017 was de mogelijkheid dat musea konden aangeven niet tot een van de vijf vooraf gedefinieerde categorieën te behoren.
De cijfers van de musea in Flevoland zijn opgeteld bij die van de provincie Utrecht. Vanwege het lage aantal musea in de provincie Flevoland zouden deze te herleiden kunnen zijn tot individueel museumniveau.
Bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op de antwoorden van de responderende musea uit de door de RCE, MV en CBS gezamenlijk vastgestelde museumpopulatie. Download hier de de cijfers van het aantal responderende musea per provincie, museumcategorie en museumstatus over de jaren 2009, 2011, 2013, 2015-2018 en hier de lijst van alle musea in de populatie en de gebruikte labels.
De gegevens zijn gebaseerd op voorlopige cijfers. De voorlopige cijfers voor de totale populatie van 2018 zijn terug te vinden in de databank. De definitieve cijfers zijn te raadplegen op Statline van het CBS.
Lees hier meer over de museumpopulatie en de criteria en hier meer over het onderwerp Museumbezoek. De volledige lijst van musea in de populatie en de gebruikte labels vindt u hier.