Onderwijs in de erfgoedzorg - kunstgeschiedenis
In 2015 boden 6 universiteiten in totaal 21 kunsthistorische opleidingen aan. Het aantal afstudeerrichtingen verdubbelde bijna ten opzichte van 2011, maar het aantal beginnende studenten daalde met een kwart. De Universiteit van Amsterdam (UvA) had in 2015 zowel als in 2011 de grootste in- en uitstroom aan studenten kunstgeschiedenis.
Bovenstaande grafieken tonen het aantal kunstgeschiedenis-opleidingen in het collegejaar 2014-2015 per opleidingsniveau en opleidingsinstelling, het aantal afstudeerrichtingen en specialisaties en het aantal studenten dat in de collegejaren 2010-2011 en 2014-2015 instroomde en afstudeerde, per opleidingsniveau en per onderwijsinstelling.
Stijging aantal opleidingen
In 2011 en 2015 boden 6 universiteiten één of meer opleidingen in de kunstgeschiedenis aan (in totaal 18 in 2011 en 21 in 2015). Het aantal bacheloropleidingen was in 2015 gelijk aan 2011 (6), maar het aantal master- en research-master opleidingen steeg naar respectievelijk 10 en 5 (van 9 en 3 in 2011). Alle 6 universiteiten boden in beide collegejaren minimaal één bachelor- en één masteropleiding aan, de Universiteit Leiden (UL), de Radboud Univeisiteit Nijmegen (RU) en de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) boden in 2011 en 2015 tevens één of meerdere research-masters. In 2015 bood ook de Universiteit Utrecht (UU) een kunsthistorische research-master. Het aantal afstudeerrichtingen verdubbelde bijna, van 22 in 2011 naar 38 in 2015, maar het aantal specialisaties bleef gelijk (13). Vier opleidingen hadden in 2015 geen specifieke afstudeerrichting of specialisatie, 3 minder dan in 2011 (7).
Aantal kunstgeschiedenis-studenten gedaald
Terwijl in 2011 nog 813 studenten aan een opleiding kunstgeschiedenis begonnen (472 begonnen een bachelor-, 315 een master- en 26 een research-masteropleiding), daalde dit aantal in 2015 met bijna een kwart tot 612 (269 bachelor-, 327 master- en 16 research-masterstudenten). Het aantal afstudeerders steeg van 510 in 2011 naar 546 in 2015, waarbij vooral het aantal studenten dat een masterdiploma behaalde toenam (van 209 in 2011 naar 301 in 2015). Het aantal bachelor- en research-masterdiploma's daalde naar respectievelijk 221 en 24.
UvA hoogste in- en uitstroom in 2011 en 2015
De UvA had zowel in 2011 als in 2015 het hoogste aantal instromers aan kunstgeschiedenis-opleidingen met respectievelijk 245 en 270 studenten. Bij de overige 5 universiteiten nam het aantal instromers af. Ook had de UvA in 2011 en 2015 de meeste afstudeerders met respectievelijk 122 en 196 studenten. Het aantal afstudeerders aan kunstgeschiedenis-opleidingen aan de overige universiteiten daalde ook hier ten opzichte van 2011, behalve bij de Universiteit van Utrecht.
Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en contact met de individuele instellingen.
Collegejaar 2010-2011 en collegejaar 2014-2015.
Meetfrequentie: 4-jaarlijks
De cijfers hebben uitsluitend betrekking op collegejaren 2010-2011 en 2014-2015, en zullen in collegejaar 2018-2019 opnieuw geactualiseerd worden. Er is gekozen voor een vierjaarlijkse actualisatie om grote ontwikkelingen makkelijker vast te stellen. De cijfers zijn aangeleverd door DUO en waar nodig aangevuld door de individuele opleidingen. Waar in de tekst gesproken wordt over 2011 en 2015 betekent dit collegejaar 2010-2011 en collegejaar 2014-2015 .
In de meting zijn hbo- en universitaire opleidingen meegenomen die gericht op zijn kunst- en/of architectuurgeschiedenis. Binnen een opleiding of afstudeerrichting zijn er vaak meerdere specialisaties. In de meeste gevallen volgen de studenten van een opleiding of afstudeerrichting een gemeenschappelijk deel om zich vervolgens te verdiepen in een (of meerdere) specialisatie(s) naar hun keuze. In sommige gevallen heeft een opleiding meerdere afstudeerrichtingen waarvan er maar één of enkele relevant is/zijn voor deze meting (en wezenlijk verschilt van het collegeaanbod van de andere afstudeerrichtingen). In deze gevallen zijn enkel die specifieke afstudeerrichtingen opgenomen in deze meting. Meerdere afstudeerrichtingen binnen één opleiding zijn als één opleiding geteld in het bovenstaande overzicht. Van de onderstaande opleidingen zijn alleen de genoemde afstudeerrichtingen meegenomen in de meting:
• Arts and Culture: Art History of the Low Countries (Universiteit Utrecht)
• Kunst- en cultuurwetenschappen: Kunstgeschiedenis (Radboud Universiteit Nijmegen)
• Material Culture Studies in Art, Architecture and Archaeology: Visuele Kunsten (Rijksuniversiteit Groningen)
• Material Culture Studies in Art, Architecture and Archaeology: Architectuur- en stedenbouwgeschiedenis (Rijksuniversiteit Groningen)
• Art History and Archaeology: Art (Rijksuniversiteit Groningen)
• Art History and Archaeology: Architecture (Rijksuniversiteit Groningen)
• Arts and Culture: Kunstgeschiedenis (Vrije Universiteit Amsterdam)
• Arts and Culture: Architectuurgeschiedenis (Vrije Universiteit Amsterdam)
Lees hier meer over dit onderwerp