Opgravingsvergunningen - aantal per uitvoerder
Eind juni 2017 waren er in Nederland in totaal 71 opgravingsvergunningen verleend, verdeeld over 4 verschillende soorten uitvoerders. De meeste zijn uitgegeven aan bedrijven (41) en gemeenten (25).
In bovenstaand diagram is het aantal opgravingsvergunningen per type uitvoerder in beeld gebracht per eind juni 2017.
Bedrijven meeste vergunningen
Sinds 2007 is het voor bedrijven mogelijk om zelfstandig een opgravingsvergunning te krijgen. Hierdoor is het aanbod van opgravende partijen verhoogd en de marktwerking vergroot. Op 30 juni 2017 waren private bedrijven met 41 opgravingsvergunningen de grootste groep archeologische vergunninghouders in Nederland. Een aantal van deze bedrijven richten zich uitsluitend op delen van het onderzoeksproces zoals booronderzoek of archeologisch onderzoek onder water.
Gemeenten
Na de bedrijven hebben de gemeenten de meeste opgravingsvergunningen (25). Een aantal gemeenten in Nederland beschikt over de mogelijkheid om archeologische opgravingen uit te laten voeren door hun eigen gemeentelijke archeologische dienst. Gemeenten kiezen daar soms voor zodat zij in “eigen huis” kennis kunnen ontwikkelen én uitdragen over de historie binnen hun gemeente. Soms werken gemeenten onderling samen. De opgravingsvergunning van een gemeente is beperkt tot het grondgebied van de gemeente of van de samenwerkende gemeenten. Daarnaast kan het zo zijn dat gemeentelijke archeologische diensten onderzoek uitvoeren in opdracht van particulieren of projectontwikkelaars. Voor dergelijke uitvoeringstrajecten gelden de gebruikelijke regels voor overheidsorganisaties en marktwerking.
Universiteiten
Er zijn ook 4 universiteiten in Nederland met een opgravingsvergunning. Zij geven onderwijs in het vak archeologie en/of doen wetenschappelijk onderzoek hiernaar. De vergunning is beperkt tot het doen van opgravingen in verband met wwetenschappelijk onderwijs of/en onderzoek.
Rijksoverheid
Vanuit de rijksoverheid beschikt alleen de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) over een opgravingsvergunning. Deze vergunning is verbonden met de taak die de RCE heeft bij het aanwijzen van beschermde archeologische monumenten. De RCE mag alleen opgravingen uitvoeren als deze bijdragen aan de ontwikkeling en innovatie van kennis over het behouden en beheren van archeologische monumenten, of om meer informatie te krijgen over mogelijk te beschermen gebieden. De rijksdienst treedt dus niet op als marktpartij.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE)
30 juni 2017
Meetfrequentie: opgeheven (zie onderwerp)
Het was bedrijven tot 2002 niet toegestaan om zelfstandig opgravingen te doen. Tussen 2002 en 2007 gold er een 'interimbeleid', waarbij het bedrijven was toegestaan om uitsluitend op te graven onder de vergunning van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek. Vanaf 2007 is dit interimbeleid beëindigd en kunnen bedrijven zelf een vergunning aanvragen.
Niet meegeteld zijn bedrijven die zich op andere onderdelen van het archeologisch proces richten, zoals de conservering van vondsten en het adviseren over onderzoek. Voor deze activiteiten is geen opgravingsvergunning nodig.