Terreinbeheerders - richtlijnen en beleid
De meeste van de 44 responderende terreinbeheerders hebben natuur (40), verpachte landbouwgrond (32), eigen landbouwgrond (30) of productiebos (25) in beheer. Niet alle terreinbeheerders beschikken over beleid en richtlijnen voor de cultuurhistorische elementen op hun terreinen. Als beschermde stads- of dorpsgezichten onderdeel uitmaken van de terreinen beschikken terreinbeheerders slechts bij uitzondering over beleid en richtlijnen hiervoor.
Bovenstaande grafieken tonen de terreinen in beheer bij de 44 responderende terreinbeheerders naar omvang, naar type grondgebruik, naar aantal cultuurhistorische elementen en naar aanwezigheid van beleid en richtlijnen hiervoor per eind 2016.
Meeste gebieden in beheer natuur of landbouwgrond
De meeste van de 44 responderende terreinbeheerders hebben natuur (40), verpachte landbouwgrond (32), eigen landbouwgrond (30) of productiebos (25) in hun beheer. 19 terreinbeheerders hebben buitendijks gebied/water in hun beheer. In het merendeel van de gevallen gaat het om gebieden van meer dan 100 hectare, met name bij de landelijke beheerders Staatsbosbeheer (SBB), Natuurmonumenten (NM) en de provinciale beheerders. Bij particuliere terreinbeheerders gaat het vaker om gebieden van 1 tot 10 hectare, 10 tot 25 hectare of 25 tot 100 hectare.
Merendeel terreinbeheerders beheert tevens gebouwd erfgoed
Een groot deel van de 44 responderende terreinbeheerders heeft terreinen in beheer met één of meer typen cultuurhistorische elementen. In de meeste gevallen gaat het om gebouwd erfgoed (36 beheerders), cultuurhistorisch landschap (29 beheerders) en groen erfgoed (28 beheerders). 5 terreinbeheerders (11%) beheren terreinen met een kunstcollectie. SBB en NM hebben op hun terreinen de grootste verscheidenheid aan cultuurhistorische elementen, maar beheren geen enkele kunstcollectie. Alle 10 provinciale landschappen hebben gebouwd erfgoed en cultuurhistorisch landschap in hun beheer. 9 van hen hebben tevens terreinen met archeologisch erfgoed, historische buitenplaatsen en groen erfgoed. Slechts enkele provinciale landschappen beheren (onderdelen van) beschermde stads- en dorpsgezichten (4) of een kunstcollectie (3 ). 24 van de 32 particuliere beheerders hebben aangegeven dat zich op hun terreinen gebouwd erfgoed bevindt. Ongeveer de helft van hen heeft een terrein met cultuurhistorisch landschap, historische buitenplaatsen of groen erfgoed.
Niet vaak beleid en richtlijnen voor beschermde stads- en dorpsgezichten
Het aantal beheerders met een specifiek beleid voor cultuurhistorische elementen is groter dan het aantal beheerders met richtlijnen hiervoor. SBB en NM hebben beiden beleid voor hun cultuurhistorische elementen. NM heeft tevens richtlijnen voor alle elementen, behalve voor de beschermde stads- en dorpsgezichten. Bijna alle provinciale landschappen hebben zowel beleid als richtlijnen voor hun verschillende cultuurhistorische elementen, maar slechts 1 van hen heeft deze voor beschermde stads- en dorpsgezichten. Ook het grootste deel van de particuliere beheerders met beschermde stads- en dorpsgezichten in beheer heeft hiervoor geen beleid of richtlijnen opgesteld. Archeologisch erfgoed krijgt bij deze beheerders ook minder aandacht: 3 van de 32 hebben hiervoor specifiek beleid. Geen van hen heeft richtlijnen hiervoor.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).
31 december 2016
Meetfrequentie: vierjaarlijks
De bovenstaande gegevens zijn gebaseerd op de resultaten van de Enquête Terreinbeheerders 2016 die in het voorjaar van 2017 is uitgezet door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Het gaat hierbij over terreinen in het bezit en/of beheer van de verschillende organisaties. Hierbij zijn Staatsbosbeheer, Vereniging Natuurmonumenten, de 12 provinciale landschappen en de leden van de Federatie Particulier Grondbezit (FPG) benaderd. Omdat een deel van de leden van de FPG ook onder de leden van de Vereniging Particuliere Historische Buitenplaatsen (VPHB) valt zijn deze niet apart benaderd voor het invullen van de enquête.
In de enquête is aandacht besteed aan het beheer, beleid, toegang, gebruik en participatie op het gebied van erfgoed. Er is apart gekeken naar gebouwd erfgoed, beschermde stads- en dorpsgezichten, cultuurhistorisch landschap, historische buitenplaatsen, archeologisch erfgoed, kunstcollecties en groen erfgoed. De enquête heeft betrekking op de stand van zaken in 2016.
44 terreinbeheerders hebben de vragenlijst ingevuld, bestaande uit Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, 10 van de 12 landschappen (Het Groninger Landschap en It Fryske Gea hebben de vragenlijst niet ingevuld) en 32 particuliere eigenaren. 6 van deze eigenaren zijn zowel lid van de FPG als van de VPHB. Niet alle respondenten hebben alle vragen ingevuld. In sommige gevallen is dit omdat een vraag niet van toepassing was, bijvoorbeeld omdat de desbetreffende beheerder een bepaald cultuurhistorisch element niet in beheer heeft. In andere gevallen is de vraag zonder specifieke reden niet ingevuld.