Vergunningvrij bouwen – bestuurlijke lasten
Volgens 55% van de 168 responderende gemeenten is het aantal vergunningaanvragen sinds de invoer van vergunningvrije activiteiten gelijk gebleven. Ook de bestuurlijke lasten met betrekking tot vergunningverlening zijn volgens de meerderheid gelijk gebleven (54%). Volgens 44% zijn de bestuurlijke lasten met betrekking tot toezicht en handhaving onveranderd.
Bovenstaande grafieken tonen het percentage van de responderende gemeenten (168 van de 335) dat vindt dat het aantal vergunningvragen, de bestuurlijke lasten met betrekking tot vergunningverlening en de bestuurlijke lasten met betrekking tot toezicht en handhaving zijn toegenomen, afgenomen of gelijk gebleven.
Sinds 2012 is er volgens het Besluit Omgevingswet (Bor) geen vergunning meer nodig voor gewoon onderhoud, inpandig wijzigingen of bouwen bij, in, aan of op onderdelen van een rijksmonument dat vanuit het oogpunt van de monumentenzorg geen monumentale waarde heeft.
1 op 4 respondenten ziet afname aantal vergunningaanvragen
Vergunningvrije activiteiten zouden moeten leiden tot een lager aantal vergunningaanvragen en dus tot een vermindering van bestuurlijke lasten op het gebied van vergunningverlening. Volgens 25% van de respondenten is het aantal aanvragen inderdaad afgenomen. 55% van de respondenten vindt dat het aantal aanvragen gelijk is gebleven. Redenen hiervoor kunnen zijn dat er weinig rijksmonumenten in de gemeente zijn of dat de vergunningvrije activiteiten deel uitmaken van een groter project waarvoor wel vergunning aangevraagd dient te worden. 7% van de respondenten geeft aan dat het aantal aanvragen is gestegen. Een reden hiervoor zou het einde van de economische recessie kunnen zijn.
Bestuurlijke lasten vergunningverlening niet verminderd
Volgens een kleine meerderheid (54%) van de beleidsmedewerkers zijn de bestuurlijke lasten met betrekking tot vergunningverlening hetzelfde gebleven sinds de invoering van vergunningvrije activiteiten. Volgens 13% zijn de lasten juist toegenomen. Slechts 5% geeft aan dat de lasten zijn afgenomen. Een mogelijke verklaring is dat er al vóór 2012 veel activiteiten waren die de gemeente vergunningvrij liet uitvoeren. Ook is het mogelijk dat er nu juist meer tijd besteed kan worden aan het verlenen van omgevingsvergunningen voor activiteiten die niet vergunningvrij zijn. 28% geeft aan niet te weten of de bestuurlijke lasten zijn afgenomen of toegenomen.
Lasten toezicht en handhaving gelijk gebleven of gestegen
Voor ongeveer een kwart van de respondenten (26%) heeft de invoering van vergunningvrije activiteiten geleid tot een toename van bestuurlijke lasten op het gebied van toezicht en handhaving. Volgens 44% zijn deze lasten gelijk gebleven. Een verklaring hiervoor is dat toezicht en handhaving op activiteiten aan rijksmonumenten vaak samenhangen met die op andere activiteiten, zoals op het bouwen of de regels uit het bestemmingsplan.
DSP-groep, J. de Kleuver en A. van der Horst, Vergunningvrije activiteiten met betrekking tot rijksmonumenten, 2016.
Maart 2016
Meetfrequentie: Eenmalig
De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op het rapport Vergunningvrije activiteiten met betrekking tot rijksmonumenten, dat in 2016 in opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is uitgevoerd door DSP-groep. De DSP-groep heeft onderzoek gedaan naar de effecten van het afschaffen van de vergunningplicht voor bepaalde activiteiten aangaande rijksmonumenten.
De gegevens voor het onderzoek zijn verkregen middels een enquête onder 335 beleidsmedewerkers monumentenzorg en archeologie van gemeenten. De respons was 50% (168 gemeenten). Er is gebruik gemaakt van een lijst van contacten aangeleverd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Uit alle provincies zijn gemeenten bevraagd. De verdeling van de gemeenten was representatief naar de monumentenomvang van de gemeenten.
Onder 'monumentale waarden' worden in dit onderzoek onderdelen van een rijksmonument met monumentale waarden verstaan. Niet alle onderdelen van een beschermd monument hebben monumentale waarde.
Onder 'cultuurhistorische waarde' wordt in dit onderzoek het belang van het monument voor de cultuurhistorie verstaan. De redengevende beschrijving van een rijksmonument speelt hierbij een rol. Aantasting van de monumentale waarde kan leiden tot aantasting van de cultuurhistorische waarde van het monument.