Vergunningvrij bouwen – inzicht en contactmomenten
57% van de 168 responderende gemeenten zegt dat het zicht van gemeenten op de inhoud en uitvoering van activiteiten sinds de invoering van vergunningvrije activiteiten gelijk is gebleven. 61% denkt dat ook het aantal contactmomenten met monumenteigenaren niet is veranderd.
Bovenstaande grafieken tonen het percentage responderende (168 van de 335 aangeschreven) gemeenten dat vindt dat het aantal contactmomenten met eigenaren en het zicht op de inhoud en de uitvoering sinds de invoering van het vergunningvrij bouwen in 2012 is toegenomen, afgenomen of gelijk gebleven.
Sinds 2012 is er volgens het Besluit Omgevingswet (Bor) geen vergunning meer nodig voor gewoon onderhoud, inpandig wijzigen of bouwen bij, in, aan of op onderdelen van een rijksmonument dat vanuit het oogpunt van de monumentenzorg geen monumentale waarde heeft.
Zicht op inhoud en uitvoering volgens 57% gelijk
Er is beleidsmedewerkers monumentenzorg en archeologie gevraagd of de invoering van vergunningvrije activiteiten, naar hun inzicht, heeft geleid tot een verminderd zicht op de inhoud van de uitvoering van activiteiten aan rijksmonumenten. De meerderheid van de medewerkers (57%) gaf aan dat dit naar hun mening gelijk is gebleven ten opzichte van de situatie voor 2012. 11% geeft aan dat het zicht is toegenomen, 23% van de medewerkers vindt dat het zicht is afgenomen. 9% zegt het niet te weten.
Aantal contactmomenten volgens 61% onveranderd
De meerderheid (61%) van de beleidsmedewerkers denkt dat het aantal contactmomenten met monumenteigenaren sinds 2012 gelijk is gebleven. 14% denk dat het contact juist is toegenomen, terwijl 13% denkt dat het contact is afgenomen. De helft van de medewerkers (50%) vindt dat de gemeente voldoende mogelijkheden heeft om monumenteigenaren advies en informatie te bieden over de uitvoering van vergunningvrije activiteiten. 27% van de medewerkers gaf aan dat er sinds de komst van vergunningvrij bouwen een verschuiving is geweest van contact vooraf naar toezicht en handhaving. De meeste gemeenten werken reactief zodra er een vraag binnenkomt van een monumenteigenaar. Slechts een enkele gemeente neemt contact op met de eigenaar zodra er een vermoeden is dat er activiteiten aan het monument gaan plaatsvinden.
DSP-groep, J. de Kleuver en A. van der Horst, Vergunningvrije activiteiten met betrekking tot rijksmonumenten, 2016.
Maart 2016
Meetfrequentie: Eenmalig
De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op het rapport Vergunningvrije activiteiten met betrekking tot rijksmonumenten, dat in 2016 in opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is uitgevoerd door DSP-groep. De DSP-groep heeft onderzoek gedaan naar de effecten van het afschaffen van de vergunningplicht voor bepaalde activiteiten aangaande rijksmonumenten.
De gegevens voor het onderzoek zijn verkregen middels een enquête onder 335 beleidsmedewerkers monumentenzorg en archeologie van gemeenten. De respons was 50% (168 gemeenten). Er is gebruik gemaakt van een lijst van contacten aangeleverd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Uit alle provincies zijn gemeenten bevraagd. De verdeling van de gemeenten was representatief naar de monumentenomvang van de gemeenten.
Onder 'monumentale waarden' worden in dit onderzoek onderdelen van een rijksmonument met monumentale waarden verstaan. Niet alle onderdelen van een beschermd monument hebben monumentale waarde.
Onder 'cultuurhistorische waarde' wordt in dit onderzoek het belang van het monument voor de cultuurhistorie verstaan. De redengevende beschrijving van een rijksmonument speelt hierbij een rol. Aantasting van de monumentale waarde kan leiden tot aantasting van de cultuurhistorische waarde van het monument.