Burchtheuvel van Leiden archeologisch rijksmonument
Middenin het stadscentrum van Leiden, waar de Oude en Nieuwe Rijn samenkomen, ligt de markante Burcht van Leiden. Boven op een twaalf meter hoge heuvel staat een ringmuur met een doorsnede van ongeveer 35 meter. Het ronde bouwwerk dateert uit de tweede helft van de 13e eeuw en is mogelijk in opdracht van Floris V (1256 – 1299) gebouwd.
De heuvel waar de burcht op staat is nog veel ouder. Dat blijkt uit opgegraven houtconstructies uit het eind van de 9e en begin van de 10e eeuw. De burchtheuvel – ook wel motte genoemd - is opgeworpen met zoden en klei. De heuvel is in een aantal fasen opgehoogd. Omstreeks 1150 is de huidige omvang en hoogte bereikt. Aan de oostzijde was de burchtheuvel omsloten door een gracht die de Oude Rijn met de Nieuwe Rijn verbond.
De ringmuur is sinds 1968 een gebouwd rijksmonument. Met de aanwijzing als archeologisch rijksmonument heeft ook de burchtheuvel, met daarin veel sporen uit de middeleeuwse geschiedenis van Holland, een beschermde status gekregen.
Mottekasteel
De Burcht van Leiden is een van de best bewaarde voorbeelden van een mottekasteel. Mogelijke bouwheren zijn de graaf van Holland of de bisschop van Utrecht. Tot in de twaalfde eeuw betwistten zij elkaar de zeggenschap over dit gebied. Vanaf 1206 viel de Burcht definitief in handen van de graaf van Holland. De Burcht is door zijn strategische ligging van militair belang geweest. Uit schriftelijke bronnen is bekend dat de Burcht in het begin van de 13e eeuw belegerd is geweest en daarbij zwaar beschadigd raakte. Aangenomen wordt dat de huidige Burcht een directe voorganger heeft gehad. Over de vorm, afmeting en constructiewijze van deze voorganger is weinig bekend.
In de 14e eeuw verloor de Burcht zijn militaire betekenis. In 1651 kocht de stad Leiden het complex van de laatste burggraaf. Vanaf die tijd is de Burcht in gebruik als recreatieplek voor de stadsbewoners.