Krimp- en anticipeergebieden

Nederland kent 20 krimp- en anticipeergebieden. Krimpgebieden zijn regio's die kampen met bevolkingsdaling, anticipeergebieden zijn gebieden die daar in de toekomst mee te maken krijgen.
De bevolking in krimpgebieden daalt in aantal of verandert van samenstelling. Dit kan veroorzaakt worden doordat er minder kinderen worden geboren of bijvoorbeeld doordat jongeren, hoogopgeleiden of gezinnen met kinderen naar grotere steden trekken. Bevolkingsdaling kan grote gevolgen hebben. Zo maakt een vergrijzende bevolking een gemeente minder aantrekkelijk voor bedrijven. Met verlies van banen tot gevolg. Ook scholen, winkels en andere voorzieningen kunnen hierdoor verdwijnen.
Krimpgebieden
De gebieden waar de bevolking naar verwachting tot 2040 met 16% daalt worden krimpgebieden genoemd. Vooral gemeenten in Zeeuws-Vlaanderen, Zuid-Limburg en Noord- en Oost-Groningen hebben te maken met een sterk dalend aantal inwoners.
De 9 door de overheid gedefinieerde krimpgebieden zijn:
- Eemsdelta;
- Oost-Groningen;
- Het Hogeland;
- Parkstad Limburg;
- Maastricht-Mergelland;
- Westelijke Mijnstreek;
- Zeeuws-Vlaanderen;
- Achterhoek;
- Noord-Oost Friesland.
Anticipeergebieden
Gebieden waar de bevolking nu nog niet sterk daalt, maar wel naar verwachting tot 2040 met ca. 4%, worden anticipeergebieden genoemd. De 11 door de overheid gedefiniëerde anticipeergebieden zijn:
- Noord-West Friesland;
- Friese Waddeneilanden;
- Zuid-Oost Friesland;
- Oost-Drenthe;
- Kop van Noord-Holland;
- Walcheren;
- Schouwen-Duiveland;
- Krimpenerwaard;
- Hoeksche Waard;
- Noord-Limburg;
- Midden-Limburg.