Werelderfgoed en openheid
Nederlandse werelderfgoederen hebben essentiële landschappelijke en cultuurhistorische kenmerken die zo veel mogelijk behouden moeten blijven.
Wettelijke bescherming universele waarden
Er zijn internationale afspraken gemaakt over de instandhouding van de uitzonderlijke universele kernkwaliteiten van werelderfgoederen. Om hier recht aan te doen worden ze door het Rijk ruimtelijk beschermd. De vier grote ruimtelijke werelderfgoederen zijn vastgelegd in het Besluit Algemene Regels Ruimtelijke Ordening (BARRO) van 2011 (aanvulling 2012): de Beemster, de Stelling van Amsterdam, de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Romeinse Limes. Ontwikkelingen in deze gebieden zijn uitsluitend mogelijk als ze de ‘kernkwaliteiten’ behouden of versterken.
Ruimtelijke openheid
Onder 'kernkwaliteiten' wordt in dit verband onder anderen verstaan 'essentiële landschappelijke en cultuurhistorische kenmerken'. De 'ruimtelijke openheid' van de 4 Nederlandse werelderfgoederen die zijn vastgelegd in het BARRO is één van die essentiële kenmerken. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) onderzoekt voor de monitor hoe het met de mate van openheid in deze gebieden is gesteld. In 2013 is een nulmeting uitgevoerd.