
Op basis van verschillende bronnen is een schatting gemaakt van het totale aantal gemeentelijke monumenten in Nederland. Dit waren er eind 2015 in totaal 55.801. De gemeente met de meeste gemeentelijke monumenten is Utrecht met 3.491, gevolgd door Maastricht met 2.000 monumenten. Er zijn 74 gemeenten die geen gemeentelijke monumenten hebben aangewezen.
Bovenstaande kaart geeft aan hoe de voorraad gemeentelijke monumenten eind 2015 verdeeld is over de Nederlandse gemeenten.
Informatie over de voorraad gemeentelijke monumenten wordt via verschillende bronnen beschikbaar gesteld. Deze bronnen tonen ieder een eigen telling, naar opgaaf van de gemeente. De RCE heeft door middel van een combinatie en onderlinge weging van deze bronnen een zo betrouwbaar en recent mogelijke telling van de gemeentelijke monumenten gemaakt. Hierdoor is voor elke gemeente een aantal verkregen. Het meeste gewicht is toegekend aan de meest actuele telling die de gemeenten zelf op internet publiceren. Voor een nadere specificatie van de telling zie 'bronnen' en de 'verantwoording'.
Er zijn volgens deze telling 9 gemeenten met meer dan 1000 gemeentelijke monumenten: Utrecht en Maastricht hebben de meeste (respectievelijk 3.491 en 2.000), gevolgd door Amsterdam (1.639), Leiden (1.574), Zeist (1.538), Apeldoorn (1.303), Den Haag (1.300), Haarlem (1.238) en Eindhoven (1-080). Er zijn 74 gemeenten die geen gemeentelijke monumenten hebben aangewezen.
Websites van gemeenten en Wikipedia
Erfgoedinspectie, Monitor Erfgoedinspectie
Wikipedia en websites: november 2012-2015; Erfgoedinspectie: 2009-2013;
Meetfrequentie: onbekend
De gegevens worden gepresenteerd volgens de gemeentelijke indeling op 1 januari 2016 (bron: CBS). Data van opgeheven gemeenten zijn niet vervallen maar met terugwerkende kracht opgenomen bij de nieuwgevormde gemeenten.
Via Google zijn de gemeentelijke websites geraadpleegd. De gegevens van de gemeentelijke websites zijn verzameld en geregistreerd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).
In de gemeentelijke monumentenlijsten op internet maken de meeste gemeenten onderscheid tussen gebouwde, archeologische en groene monumenten, ook sculpturen worden wel als aparte categorie onderscheiden. Andere gemeenten tellen de gebouwde en archeologische gemeentelijke monumenten bij elkaar op. De gegevens van gemeentelijke monumenten gaan dus voor sommige gemeenten/bronnen over meer dan de gebouwde monumenten, hetgeen voor deze telling niet uit elkaar te halen is. In 2016-2017 volgt onderzoek naar de inhoud van de gemeentelijke monumentenlijsten, met het doel hierover meer duidelijkheid te verkrijgen.
De Erfgoedinspectie verstuurt eens in de twee jaar een digitale vragenlijst Monitor Erfgoedinspectie. In de enquête van de Erfgoedinspectie worden de gemeenten naar het aantal gemeentelijke monumenten gevraagd zonder onderscheid te maken tussen archeologisch en gebouwd.
De bronnen geven verschillende tellingen weer, allen volgens opgave van de gemeenten zelf. Geen van de bronnen geeft een volledig beeld. Door deze verschillen binnen de tellingen kan dus niet gesproken worden over een hard cijfer van de voorraad gebouwde gemeentelijke monumenten. Om toch te komen tot een inschatting van het totale aantal gemeentelijke monumenten in Nederland is een gewicht toegekend aan de verschillende bronnen. De weging is bepaald op basis van het kalenderjaar waarin de gegevens verzameld zijn en de aard van de bron. In volgorde van gewicht:
Als bij bron 1 een getal voorkomt bij de betreffende gemeente dan is dit aangehouden, zo niet dan is bron 2 geraadpleegd etc. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een telling voor 403 gemeenten.
In eerdere tellingen voor de Erfgoedmonitor waren tevens tellingen van een enquête onder gemeenten van Heemschut meegenomen. Deze enquête (via adviesbureau BMC) in 2013 voor het eerst verzonden en heeft toen een respons van 246 gemeenten opgeleverd. Vanwege deze lage respons is besloten de telling niet langer mee te laten wegen voor het totaal.
De bronnen geven verschillende tellingen weer, allen volgens opgave van de gemeenten zelf. Geen van de bronnen geeft een volledig beeld. Om toch te komen tot een inschatting van het totale aantal gemeentelijke monumenten in Nederland is een gewicht toegekend aan de verschillende bronnen. De weging is bepaald op basis van het kalenderjaar waarin de gegevens verzameld zijn en de aard van de bron. In volgorde van gewicht:
Als bij bron 1 een getal voorkomt bij de betreffende gemeente dan is dit aangehouden, zo niet dan is bron 2 geraadpleegd etc. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een telling voor 403 gemeenten.
In eerdere tellingen voor de Erfgoedmonitor waren tevens tellingen van de enquēte van Heemschut meegenomen. De enquête van Heemschut is (via adviesbureau BMC) in 2013 voor het eerst verzonden en heeft toen een respons van 246 gemeenten opgeleverd,.Vanwege deze lage respons is besloten de telling niet langer mee te laten wegen voor het totaal.
De RCE is momenteel bezig met een verbeterslag in de aangeboden data en onderzoekt samen met enkele gemeenten welke bron de voorkeur verdient. Zodra dit bekend is zal een update van de data plaatsvinden.