Erfgoedmonitor
De Erfgoedmonitor
Home > Indicatoren > Kenniswinst archeologie - onderzoeksagenda's

Kenniswinst archeologie - onderzoeksagenda's

Publicatiedatum: 01 maart 2017

In 2015 hadden 3 provincies een provinciale archeologische onderzoeksagenda (Gelderland, Zeeland en Zuid-Holland), 3 regio’s een regionale onderzoeksagenda (West-Friesland in de provincie Noord-Holland, Walcheren in de provincie Zeeland en Heuvelland in de provincie Limburg) en 18 gemeenten een gemeentelijke onderzoeksagenda. 

Onderzoeksagenda's archeologie in Nederland

Op bovenstaande kaart zijn gearceerd weergegeven de gemeenten, regio's en provincies in Nederland die in 2015 beschikten over een eigen onderzoeksagenda archeologie.

Op 1 april 2016 is de nieuwe NOaA verschenen, de Nationale Onderzoeksagenda Archeologie 2.0 waarin verschillende thema's en onderzoeksvragen worden uitgelicht. Deze vragen zijn nationaal en soms regionaal uitgewerkt. Naast deze nationale onderzoeksagenda hebben provincies en gemeenten de mogelijkheid een eigen lokale onderzoeksagenda op te stellen. Een enkele keer bundelen gemeenten hun krachten om een regionale onderzoeksagenda te vormen.  

Ontwikkeling 2009-2015

In 2009 hadden 2 provincies een provinciale onderzoeksagenda (Zeeland en Limburg). In 2015 zijn daar 2 provincies bijgekomen (Zuid-Holland en Gelderland) en eentje afgevallen (de provincie Limburg had in 2015 geen onderzoeksagenda meer). In 2009 had geen enkele gemeente een uitgewerkte onderzoeksagenda opgesteld, in 2015 zijn dit er 18 (al is deze niet altijd als apart document, maar soms in de vorm van een beleidsnota vastgelegd). 

Provinciale onderzoeksagenda's

Drie van de 12 provincies hadden in 2015 een provinciale onderzoeksagenda: Gelderland, Zeeland en Zuid-Holland. Veel provincies maken gebruik van andere onderzoeksturende instrumenten: zo maakt de provincie Groningen gebruik van de NOaA en Friesland van de FAMKE. In Limburg gebruikt men een heel scala aan andere onderzoeksturende instrumenten, waaronder de archeologiebalans, de inhoudelijke evaluaties van periodespecialisten over de verschillende archeologische tijdvakken,  onderzoekskaders voor de archeologische aandachtsgebieden en de recent opgeleverde geomorfogenetische kaart van de Maasvallei. In Drenthe heeft de provincie een aantal landschappelijke eenheden, monumenttypen en subregio’s bestempeld als zijnde van provinciaal belang voor de archeologie. Ook in Noord-Brabant zijn er op provinciaal niveau archeologische landschappen gedefinieerd en vastgelegd in de ruimtelijke verordening.

Regionale onderzoeksagenda's

Drie regio’s in verschillende provincies hebben een regionale onderzoeksagenda. Het gaat om West-Friesland in de provincie Noord-Holland, Walcheren in de Provincie Zeeland en Heuvelland in de provincie Limburg. De Parkstad gemeenten uit Limburg gebruiken de NOaA 1.0 en de onderzoeksagenda van Heuvelland.

Gemeentelijke onderzoeksagenda's

Achttien gemeenten hebben een gemeentelijke onderzoeksagenda: Dalfsen, Enschede, Hardenberg, Zwolle, Epe, Vianen, Nieuwegein, Alkmaar, Haarlem, Heiloo, Leiden, Den Haag, Midden-Delfland, Sluis, Schouwen-Duivenland, Best, Oisterwijk en Roermond.

Onderzoeksagenda's op verschillende schaalniveaus

Geen enkele gemeente kan naast de eigen gemeentelijke agenda tevens gebruik maken van een regionale én een provinciale agenda.  Zes van de 18 gemeenten met een eigen onderzoeksagenda kunnen daarnaast gebruik maken van een provinciale onderzoeksagenda. Dit zijn Epe gelegen in Gelderland en ’s-Gravenhage, Leiden en Midden-Delfland uit Zuid-Holland en Schouwen-Duiveland en Sluis uit Zeeland. Verder heeft de regio Walcheren zowel een regionale als een provinciale onderzoeksagenda.

Bronnen: 

Provinciaal archeologen, internetresearch en regioarcheologen Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE)

Peildatum: 

Juli 2015

Meetfrequentie: 5-jaarlijks

Verantwoording: 

In 2009 heeft de provincie Overijssel ook een provinciale onderzoeksagenda opgesteld maar deze is nooit vastgesteld en daarmee wordt dan ook niet gewerkt. 

Voor de provincie Utrecht zouden er vijf gemeentelijke onderzoeksagenda’s zijn maar er zijn er maar twee (Vianen en Nieuwegein)  gevonden op internet. Ook is navraag gedaan bij de provincie (steunpunt archeologie) maar daar waren niet meer onderzoeksagenda’s bekend.

Provinciaal archeologen zijn gemaild en/of gebeld met de vraag of de provincie waar zij werkzaam zijn een provinciale onderzoeksagenda hebben en/of weet hebben van gemeentelijke en regionale onderzoeksagenda's in hun provincie. Deze gegevens zijn aangevuld met gegevens van het internet. Daarbij is systematisch, per provincie, gegoogled op de termen 'gemeentelijke onderzoeksagenda archeologie', plus de gemeentenaam. Er zijn geen landelijke overzichten van regio’s daarom kon er niet systematisch gezocht worden op regionale onderzoeksagenda’s. Regionale onderzoeksagenda’s kwamen gedurende het navragen en zoeken naar de provinciale en gemeentelijke onderzoeksagenda’s naar boven. Tot slot zijn de gegevens gecontroleerd en aangevuld door de regioarcheologen van de RCE van de regio’s noord-west, noord-oost en midden-zuid. 
 
Er is zoveel mogelijk geprobeerd om vastgestelde of definitieve gemeentelijke onderzoeksagenda’s op te nemen maar het overzicht is niet door de betreffende gemeenten geverifieerd. De status van de documenten op internet is niet altijd duidelijk. Daarom zijn ruime criteria gehandhaafd en is een onderzoeksagenda alleen niet opgenomen als duidelijk genoemd werd dat het een ‘aanzet tot’ betrof of slechts betrekking had op één vondstcategorie. Agenda’s die opgenomen zijn in beleidsnota’s, zijn wel meegenomen. Als de gemeentelijke onderzoeksagenda wordt beperkt tot een selectie van thema’s uit de NOaA, die dan wel specifiek gericht zijn op de gemeente, dan is dit ook gezien als gemeentelijke agenda.